Op 2 maart 2020 heeft minister S. van Veldhoven samen met provincies, gemeenten, brancheverenigingen en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de ‘Samenwerkingsverklaring aanpak asbestdaken’ ondertekend.
De volgende stap voor een asbestdakenvrij Nederland. Om particuliere dakeigenaren te helpen wordt een fonds opgericht waaruit leningen verstrekt kunnen worden; de overheid draagt hiertoe 12 miljoen euro aan bij. De volgende stap is dat provincies en gemeenten dit fonds verder vullen. Momenteel wordt uitgezocht of het juridisch gezien ook mogelijk is voor bedrijven die eigenaar zijn van een asbestdak.
Asbestcement verliest door de invloed van jarenlange blootstelling aan het milieu en het weer zijn aanvankelijke eigenschap om gevaarlijke asbestvezels vast te houden in de cementmatrix. Er treedt verwering op van het asbestcement. De verweerde oppervlakte is niet meer waterdicht en blijft vochtig zodat dit resulteert in een vochtige groeibodem voor onder andere (korst)mossen. Deze op zich onschadelijke begroeiing wordt door de meeste mensen als niet-esthetisch en lelijk ervaren. Het onzorgvuldig verwijderen (door hogedrukreinigers of chemische middelen) van deze (korst)mossen (ontmossing) kan leiden tot een ernstige asbestbesmetting van de omgeving en ook de onderliggende bodem.
In de onmiddellijke omgeving van met hogedrukreinigers ontmoste daken worden vaak hoge gehalten aan vrije, inadembare asbestvezels waargenomen. Asbestcementdaken waarop zich (korst)mos bevindt, zou men niet mogen beroeren. Integendeel, het zijn immers deze natuurlijke (korst)mossen die de asbestplaten behoeden voor nog verdere verwering. Indien (korst)mossen spontaan van een dak loskomen, duidt dit op sterk verweerde dakplaten. Korstmossen die van het dak vallen dienen als asbestafval te worden beschouwd, omdat er zich tussen de wortels van deze (korst)mossen massaal asbestvezels kunnen bevinden.
Goede raad is… NIET ontmossen!